Promotiemeisjes / Biertje?


door Joop Bouma, Trouw 2003-05-23
www.trouw.nl



De Canadese psycholoog Ian Lubek trekt zich het lot aan van de biermeisjes van Cambodja. Jonge vrouwen brengen in uitgaanscentra exportbier aan de man. Ze dragen strakke rokjes met de kleuren en logo's van Heineken, Stella Artois of Carlsberg. Het aantal hiv-besmettingen is hoog, want soms eindigt een avond bierdrinken in onbeschermde seks met klanten. Heineken is medeverantwoordelijk, vindt Lubek.

,,Meneer, meneer, wilt u mijn bier proberen'', roepen lachende biermeisjes van Siem Reap tegen toeristen. De stad, vlakbij de monumentale eeuwenoude hindoetempels van Angkor Wat, Cambodja's topattractie, staat bekend als uitgaanscentrum. In de cafés en restaurants zwermen honderden jonge vrouwen rond. Op zoek naar dorstige klanten.

De meisjes dragen getailleerde uniformen. Op de kleding staat het merk exportbier dat ze willen verkopen. De Heineken-jurkjes zijn groen-wit, de kleuren van het bierbedrijf, met de naam diagonaal in grote letters. In heel Cambodja lopen er vier- tot vijfduizend biermeisjes. Ze krijgen betaald voor de kroonkurken of de lipjes van bierblikjes, die ze inleveren. Alleen in Siem Reap lopen er zo'n tweehonderd peegee's, de koosnaam die de bierbrouwers gebruiken voor de 'promotion girls'.

Het verschijnsel is niet uniek voor Cambodja. Ook in Afrikaanse landen, in Thailand, eigenlijk in heel Zuidoost-Azië wordt in uitgaanscentra bier verkocht door ingehuurde meisjes en vrouwen. Alleen al in China verkopen 1200 biermeisjes Heineken-bier.

,,Niks bijzonders'', zegt woordvoerder M. Berssenbrugge van Heineken. ,,Het is net zoiets als de meisjes die vroeger in Nederland op straat in een jurkje van Veronica omroepgidsen uitdeelden.''

De vergelijking gaat mank. Veel Cambodjaanse vrouwen verdienen bij door na sluitingstijd mee te gaan met mannen die ze in de cafés hebben ontmoet. Vaak loopt het uit op onbeschermde seks.

Ian Lubek, hoogleraar psychologie aan de universiteit van Guelph in Canada, stuitte bij toeval op de Cambodjaanse biermeisjes. Op weg naar Australië, raakte hij in 1999 tijdens een tussenstop aan de praat met een jonge Cambodjaan, die hem vertelde over het aids-probleem in zijn land. ,,We praatten over mijn werk in Canada. Hij vertelde me dat hij alleen nog zijn opa had, zijn ouders en andere familieleden waren aan aids overleden. Hij ging iedere avond naar het café waar hij twintig tot dertig biertjes dronk. Daarna ging hij dan feest vieren met de biermeisjes. 'We zouden condooms moeten gebruiken, maar dat vergeten we', zei hij. Hij voegde eraan toe dat hij vrijwel wekelijks een vriend moest begraven, die was overleden aan aids. 'Er zijn geen medicijnen', zei hij. 'Je wordt ziek, je gaat naar huis en binnen een paar weken sterf je aan malaria of aan een andere complicatie'. Hij vroeg me rechtstreeks wat ik, als professor in de psychologie, aan dát probleem kon doen. Dat zette me aan het denken. Ik heb jarenlang aan studenten de theorie verkondigd, maar hier werd mij gevraagd om die kennis in de praktijk te brengen.''

Lubek was kort daarna betrokken bij de oprichting van een aids-preventieproject in Cambodja. Met een bescheiden schenking van het Elton John Aids Fonds werd in 2001 in Siem Reap een bescheiden hulpprogramma opgezet. Maar Lubek vindt dat ook de bierbrouwers hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor de gezondheid van de promotiemeisjes.

,,Er is in Cambodja geen goede medische infrastructuur'', zegt Lubek. ,,Door complicaties overlijden aids-patiënten in dit land veel sneller, meestal binnen drie maanden. In 2001 hebben we een kwart van de 200 biermeisjes in Siem Reap getest, van hen bleek bijna 16 procent hiv-positief. We denken dat een op de vijf biermeisjes hiv-besmet is. Er wordt al wel wat aan preventie gedaan, maar het probleem met de biermeisjes is dat ze van stad naar stad en van café naar café trekken.''

Volgens Lubek krijgen de vrouwen te weinig betaald om van de bierpromotie een gezin te kunnen onderhouden. ,,Het levert ze 50 tot 60 Amerikaanse dollars per maand op. Ze moeten iedere maand vier of vijf seksuele contacten aangaan, om voldoende inkomsten te hebben. Ook al zijn de vrouwen niet direct in dienst van de bierbrouwers, wij vinden toch dat ze indirect werkneemsters zijn. Dus zijn de bierbrouwers, voor wie ze reclame maken, verantwoordelijk. Ik moet toch aannemen dat ze op het promotiebudget staan van Heineken of Stella Artois?''

Lubek wil dat Heineken en de andere brouwerijen een behoorlijk gezondheidsprogramma opzetten voor de biermeisjes van Cambodja. ,,Ze zitten gevangen in een onveilige werksituatie. Maar het belangrijkste is dat ze genoeg geld ontvangen om seks als bijverdienste overbodig te maken.''

De psycholoog achtervolgt inmiddels ruim twee jaar de bierbrouwers met brieven en mails. De meesten reageren niet of volstaan met een eenregelig ontwijkend antwoord. Heineken is voor de Canadese hoogleraar een belangrijk doelwit, omdat het bedrijf voor het eigen personeel in binnen- en buitenland een vooruitstrevend hiv/aids-beleid heeft opgezet. Maar de brouwer ziet de biermeisjes niet als eigen personeel.

Heineken heeft Lubek het bedrijfsbeleid uitgelegd en verbrak nadien ook het contact met de prof. ,,Hij blijft maar aanhouden, maar wij hebben onze eigen aanpak'', zegt Hans Wesseling, die bij Heineken verantwoordelijk is voor het externe sociale beleid, ofwel het maatschappelijk verantwoord ondernemen.

,,We kennen het probleem. We zijn ook wel degelijk van plan om iets voor de biermeisjes te doen.'' Wesseling wijst op een brochure uit 2002 waarin Heineken het internationale hiv/aids-beleid uitlegt. Bij het hoofdstuk over preventie staat inderdaad dat er in landen waar de brouwer actief is 'lokale programma's worden ontwikkeld voor groepen met een verhoogd infectierisico'. De promotiemeisjes worden specifiek genoemd.

,,Maar'', zegt Wesseling, ,,wij zitten in het bier, niet in de medische zorg. Onze eerste aandacht gaat uit naar eigen medewerkers. Als er door plaatselijke overheden geen medische zorg wordt geboden, dan pas zien wij voor onszelf een taak weggelegd. Voor de eigen medewerkers hebben wij dan een hiv/aids-programma. Voor Cambodja geldt dat de meeste peegee's niet in dienst zijn van Heineken en bovendien is er een medische infrastructuur in dat land.''

Maar Wesseling ontkent niet dat de biermeisjes een risicogroep vormen voor seksueel overdraagbare ziekten. ,,Daarom proberen we nu een wereldwijd informatieprogramma op te zetten, bestemd voor alle peegee's die Heineken wereldwijd inzet. Het gaat erom dat er voldoende toezicht is, dat de vrouwen begeleid worden van en naar de cafés en dat er goede afspraken worden gemaakt.'' Volgende maand wil Heineken in Cambodja met een proefproject beginnen.

Heeft de actie van prof. Lubek dan toch effect? Wesseling: ,,We zijn er al langer mee bezig, maar zijn activiteiten herinneren ons wel aan de noodzaak om zorg te geven aan dit probleem.''

Heineken is niet van plan om de beloning van de biermeisjes op te waarderen. ,,De armoedeproblematiek kunnen wij vanuit Nederland niet oplossen. Wij betalen de vrouwen daar naar plaatselijke maatstaven. We behoren in Cambodja tot de best betalende bierindustrie. Het inkomen van de biermeisjes ligt zelfs enkele malen hoger dan wat overheidsambtenaren krijgen. Misschien is het geen riant inkomen, maar het is wel voldoende om ervan te leven.''

Stella Artois meldt vanuit Leuven dat het bedrijf amper biermeisjes inzet in Cambodja. Maar ook deze brouwer zegt zich 'zeer wel bewust te zijn van de noodzaak van een correcte aanpak van het probleem'. De Belgische bierfirma meent dat de meisjes goed worden opgeleid en begeleid.